‘Mijn studenten roepen nu: wat fijn, ik mag weer naar school!’
Hoe heb jij de lockdown ervaren, als docent?
Het was voor ons een voordeel dat we veel dingen al digitaal hadden. Het is heel vervelend dat je geen fysieke dingen kon doen. Voor de klas staan is veel prettiger om dingen uit te leggen, achter een beeldscherm is toch lastiger, en het motiveren van de leerlingen is online bijna niet te doen. Aan de andere kant: als je voor de periode de lesstof helemaal klaar hebt en dat staat in Techniekstad, dan zijn er ook leerlingen die dat juist prettig vinden, dan weten ze waar ze aan toe zijn. Het verschilt dus ook echt per student.
Ik ben makkelijker geworden in de manier van toetsen. Van oudsher zijn we allemaal redelijk op cijfers gericht en juist de beoordeling in de zin van ‘wat ben je aan het doen en heb je je best gedaan’ is voor een deel van deze studenten eigenlijk voldoende. Dat toetsen is nu grotendeels een combinatie van de toets zelf, aanwezigheid, en hoe actief ze bezig zijn in de les: daar volgt dan het cijfer uit.
Hoe bevalt het werken met Techniekstad?
Dat bevalt goed, we maken veel zelfstandig de readers, en als het eenmaal staat hoef je er de rest van het jaar niets meer aan te doen. We gebruiken het voor zo’n 60 leerlingen en elk jaar komen er zo’n 20-30 studenten erbij die je zo toevoegt in het systeem. M’n studenten snappen hoe ze ermee moeten werken, dat wijst zich vanzelf. Dus over het algemeen heel positief!
Gaat de digitalisering nu sneller denk je?
Qua het aanbieden van lesstof wel. Het lesgeven zal toch wel weer terugkomen in de fysieke vorm: voor niveau 2 100%, voor niveau 3 zo’n 90-95% van de tijd. Behalve de lesstof is het belangrijk dat er normen en waarden en structuur aangeboden worden, en dat gaat niet als studenten thuiszitten.
Merk jij iets van een ‘achterstand’ bij studenten?
Is er achterstand? Ik denk het namelijk niet. Deze studenten worden opgeleid voor een beroep in de toekomst, naar een bepaalde functie, en daar heb je bagage voor nodig. Vroeger was het zo dat je klaar was als je het boek kende, de sociale vaardigheden om die kennis in de praktijk toe te passen waren onbelangrijk. Andere dingen leren ze nu juist heel goed. Ze weten nu hoe het is om achter een laptop dingen te maken, hoe het is om vijf dagen per week thuis te zitten. Mijn studenten roepen nu juist ‘Wat fijn, ik mag weer naar school!’.
